Vullingen
Als er tandbederf in een tand of kies zit of als de kies afbreekt, kan de tandarts dit restaureren met een vulling. Een bestaande vulling moet soms vervangen worden als er bijvoorbeeld een breuk in zit. Een vulling zorgt er voor dat men weer goed kan kauwen en voorkomt verdere (pijn)klachten. Als het tandvlees iets is teruggetrokken dan liggen komen de tandhalzen bloot te liggen. Dit kan gevoeligheid geven bij koude of warme dranken. De tandarts kan de tandhals dan afdekken met een vulling.
Behandeling
Bij diepe caviteiten (gaatjes) of gevoeligheid tijdens de behandeling kan gekozen worden voor een verdoving. Daarna wordt het tandbederf of de oude vulling verwijderd. Als de kies helemaal schoon en droog is wordt er een speciale lijmlaag geplaatst. Hierop wordt de vulling in laagjes opgebouwd. Tussendoor wordt het vulmateriaal uitgehard met behulp van een blauwe lamp. Tenslotte wordt de vulling afgewerkt met een boortje en wordt gekeken of er weer goed dichtgebeten kan worden.
Risico’s
Na de behandeling kan de tand of kies wat gevoelig zijn. Na een paar weken moet dit overgaan (soms enkele maanden). Soms is een vulling iets te hoog, de tandarts kan dit aanpassen. Nemen de klachten niet af of wordt het erger, neem dan contact op met de tandarts. Als de vulling diep is, dan kan het zijn dat er (alsnog) een wortelkanaalbehandeling nodig is.